hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 63 Het Boek (HTB)

1. Een psalm van David, die hij schreef in de woestijn van Juda.

1Een psalm van David, die hij schreef in de woestijn van Juda.

2. God, mijn God, ik zoek U overal,mijn hart dorst naar U.Ook mijn lichaam verlangt naar Uin dit dorre, droge land, waar geen water is.

3. Ik heb U in uw heiligdom gezien,ik zag uw kracht en majesteit.

4. Uw goedheid en trouw overtreffen het leven zelf.Ik zal met mijn mond uw naam grootmaken.

5. Mijn leven lang wil ik U prijzen,mijn handen naar U opheffen wanneer ik bid.

6. Er is niets anders waarnaar ik verlang,er komen prachtige lofliederen over mijn lippen,

7. ook 's nachts als ik wakker lig en over U nadenk.

8. Want U bent mij altijd te hulp gekomen.Ik jubel het uit vanuit de beschermde plaatswaar U mij in leven houdt.

9. Alles in mij richt zich op U.Ik kan niet zonder U,uw hand houdt mij vast.

10. Maar de mensen die op mijn ondergang uit zijn,zullen in de diepte van de aarde worden neergelaten.

11. Zij zullen omkomen door het zwaarden ten prooi vallen aan de wilde dieren.

12. Maar de koning verheugt zich in God,ieder die bij Hem zweert,zal reden tot vreugde hebbenen zich op Hem kunnen beroemen,want Hij brengt de leugenaar tot zwijgen.