hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 118 Het Boek (HTB)

1. Prijs de Here, want Hij is een goede God.Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.

2. Laat eerst het volk van Israël zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’

3. Laat dan het nageslacht van Aäron zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’

4. En laat nu ieder die ontzag heeft voor de Here, zeggen:‘Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.’

5. Toen ik het heel erg moeilijk had,heb ik de Here aangeroepen.Hij heeft mij antwoord gegeven en mij bevrijd.Ik kon het allemaal weer aan.

6. De Here is dicht bij mij,ik ben nergens meer bang voor.Want wat kan een mens mij nu nog aandoen?

7. De Here is dicht bij mij en mijn vrienden,daarom kan ik neerzien op mijn tegenstanders.

8. Het is het beste te leven onder de bescherming van de Here,dat biedt meer zekerheiddan wanneer men op mensen vertrouwt.

9. Het is het beste te leven onder de bescherming van de Here,dat biedt meer zekerheiddan wanneer men het verwacht van machthebbers.

10. Toen ik van alle kanten werd ingesloten,heb ik de vijand neergeslagen in de naam van de Here.

11. Toen zij mij omringden,heb ik ze in de naam van de Here neergeslagen.

12. Het leek wel alsof ik door een zwerm bijen werd aangevallen,maar ik heb ze uitgerookt,ik heb hen neergeslagen in de naam van de Here.

13. U hebt mij flink te pakken gehad,ik was zelfs gevallen.Maar de Here hielp mij.

14. De Here is mijn krachten ik zing een loflied voor Hem.Hij heeft mij bevrijd.

15. Luister!Vanuit de huizen van de gelovigenklinken overwinningsliederen en lofzangen.De rechterhand van de Hereis sterk en doet grote dingen.

16. De rechterhand van de Herehelpt mensen overeind.De rechterhand van de Hereis sterk en doet grote dingen.

17. Ik kom niet om in de strijd,maar zal overlevenen iedereen vertellen wat de Here heeft gedaan.

18. De Here heeft mij pijnlijk gestraft,maar Hij heeft mij in leven gelaten.

19. Laat mij zien waar de rechtvaardigheid is,dan zal ik daar naar binnen gaan.Ik wil de Here prijzen.

20. De rechtvaardigheid is waar de Here woont,de gelovigen mogen bij Hem komen.

21. Ik prijs U, want U hebt mij gehoorden geantwoord. U hebt mij gered.

22. De steen die door de bouwers was afgekeurd,is juist de hoeksteen geworden.

23. Zo heeft de Here het gewilden wij zien dat als een groot wonder.

24. Deze dag heeft de Here gemaakt,het is goed dat wij deze dag jubelenen grote blijdschap ervaren.

25. Here, geef ons bevrijding! Here, geef ons welvaart.

26. Gezegend is hijdie komt in de naam van de Here.Wij zegenen u vanuit het huis van de Here.

27. De Here is onze God.Hij zorgt ervoor dat wij in het licht kunnen leven.Zet de lofoffers maar vast klaar naast het altaar.Bind ze eraan vast.

28. U bent mijn God,ik zal U prijzen.Mijn God, U bent de Allerhoogste!

29. Prijs de Here,Hij is een goede God!Zijn goedheid en liefde zijn eeuwig.