hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 7 Het Boek (HTB)

1. Een klaaglied van David, dat hij voor de Here zong als reactie op de woorden van Kus (uit de stam Benjamin).

1Een klaaglied van David, dat hij voor de Here zong als reactie op de woorden van Kus (uit de stam Benjamin).

2. Bij U zoek ik bescherming, Here, mijn God!U kunt mij r eddenuit de handen van hen die mij opjagen.

3. Laten zij mij niet bespringen,zoals een leeuw zou doen,en mij verscheuren en wegslepenzonder dat iemand mij redt.

4. Het zou iets anders zijn, Here,als ik zelf slechte dingen deed,

5. als ik goed met kwaad vergoldof iemand die mij vertrouwde, oneerlijk behandelde.

6. Dan zou het terecht zijnals mijn vijanden mij wilden vernietigen,mij op de grond smetenen mijn leven vertrapten in het stof.

7. Maar zo is het niet, Here!Stel uw toorn tegenoverde woede van mijn vijanden.Kom erbij, Here,en eis het recht voor mij op!

8. Laat alle mensen voor U aantreden,verhef U boven hen en spreek recht.

9. Laat het recht openlijk over mij zegevieren!Geef mij eerherstel ten overstaan van allen,want ik ben onschuldig.

10. Zorg toch dat er een einde komtaan al die slechtheid, Here.Zegen allen die U oprecht liefhebben.U, de rechtvaardige God, bent de Enigedie alles doorziet in elk mensenhart.U beoordeelt motieven en gedachten.

11. God is mijn schild en mijn verdediging.Hij redt wie eerlijk en oprecht is.

12. God is een rechterdie altijd eerlijk vonnist.Dag in, dag uit wordt zijn toorn opgewektdoor slechte mensen.

13. Hij zal zijn zwaard scherpen en hen verslaan,tenzij zij zich bekeren.Hij spant zijn boog en legt aan.

14. Er liggen dodelijke pijlen op,die uit vuur bestaan.

15. De zondaar beraamt een slecht plan,werkt het uit tot in alle duistere detailsen zo ontstaan leugen en bedrog.

16. Hij valt zelf in de kuildie hij voor een ander groef.

17. Het geweld dat hij tegen anderen beraamde,zal als een boemerang op hem terugslaan,zijn boosheid komt op zijn eigen hoofd neer.

18. Ik prijs de Here en ben vol dankbaarheidomdat Hij goed en rechtvaardig is.Ik zal de naam van de Here lofprijzen.Hij is Here, de Allerhoogste.