hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 71 Het Boek (HTB)

1. Bij U kan ik wegschuilen, Here.Stel mij nooit teleur.

2. Verlos mij door uw rechtvaardigheid.Luister naar mij en bevrijd mij.

3. U bent voor mij als een rots, waarin ik wonen kan,als een huis waar ik met vertrouwen naar toe ga.U stelt mij dat huis ter beschikking,zodat ik veilig kan wonen.Want U bent mijn bevrijder en mijn rots.

4. O God, verlos mijuit de handen van de ongelovigen,uit de beklemmende greep van de gewelddadige misdadigers.

5. Ik verwacht alles van U.Almachtige Here, van kindsbeen afheb ik alleen op U vertrouwd.

6. Toen mijn moeder mij nog verwachtte,steunde ik al op U.Vanaf die tijd hebt U mij al geholpen.Al mijn lofliederen zijn alleen voor U.

7. Velen dachten dat ik die wonderen zelf deed,maar U was degene tot wie ik altijd vluchtte.

8. Ik kan alleen maar liederen tot uw eer zingen,de hele dag spreek ik over uw grootheid.

9. Stuur mij niet wegnu ik ouder ben geworden.Zult U mij niet verlatennu ik minder kracht over heb?

10. Ik heb U nodig,want mijn tegenstanders hebben het over mij,zij die mij willen doden, overleggen met elkaar.

11. Zij zeggen: ‘God heeft hem in de steek gelaten.Laten we hem opjagen en grijpen,er is toch niemand die hem te hulp komt.’

12. Och, mijn God, blijf niet zo ver van mij af staan,haast U toch mij te helpen.

13. Laat hen die mij naar het leven staan,voor schut staan en worden vernietigd.Laat hen die mijn ondergang voor ogen hebben,zelf te schande gemaakt en bespot worden.

14. Ik blijf U verwachten,ik zal alleen maar meer en meer U de eer geven.

15. Ik zal spreken over uw rechtvaardigheid en recht,dag in, dag uit vertellen hoe U bevrijdt.Ik kan er niet over ophouden.

16. Overal waar ik kom, zal ik sprekenover de macht en majesteit van de Almachtige Here.Alleen over uw rechtvaardigheid zal ik vertellen.

17. O God, sinds ik een kind was,hebt U mij alles geleerd,tot op de dag van vandaagvertel ik anderen over uw wonderen.

18. Nu ben ik oud en grijs,mijn God, laat mij nu niet in de steek!Ik zal deze nieuwe generatievertellen over uw macht.Wie het maar horen wil,vertel ik over uw kracht.

19. Uw rechtvaardigheid en rechtzijn oneindig, o God.U hebt grote dingen tot stand gebracht.Wie kan zich met U meten, o God?

20. U hebt mij door heel veel moeilijke omstandighedenen problemen laten gaan,maar ik weet dat U mij uit al die situaties zult bevrijden.U zult mij weer helemaal in ere herstellen.

21. Wilt U komen en mij troosten?Wilt U mij weer aanzien geven?

22. Dan zal ik met de harp lofliederen voor U zingen,want U bent trouw, mijn God.Ik zal psalmen voor U zingen bij de citer,voor U, die de Heilige van Israël bent.

23. Ik zal jubelen en psalmen voor U zingen.U hebt mij innerlijk bevrijd.

24. De hele dag door zal ik sprekenover uw rechtvaardigheid.En de mensen die uit waren op mijn ondergang,zullen zich diep schamen en afdruipen.