hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 76 Het Boek (HTB)

1. Een psalm van Asaf. Een lied voor de koordirigent. Te begeleiden met snaarinstrumenten.

1Een psalm van Asaf. Een lied voor de koordirigent. Te begeleiden met snaarinstrumenten.

2. Iedereen in Juda kent God.Heel Israël eert en verheerlijkt Hem.

3. Zijn huis staat immers in Jeruzalemen Hij woont op de berg Sion.

4. Daar heeft Hij de wapens van de vijand vernietigd.

5. De geweldige bergen kunnen zich niet met U metenin pracht en heerlijkheid.

6. U versloeg de sterke vijanden.Zij sliepen gewoon in.Geen van al die dappere krijgers had nog krachtom tegen U op te staan.

7. Toen U Zich liet zien, God van Jakob,konden noch paarden noch strijdwagensmeer iets beginnen.

8. U bent groot en beroemd,niemand kan in leven blijvenals uw toorn ontbrandt.

9. Vanuit de hemel hebt U geoordeelden de aarde werd helemaal stil van ontzag.

10. Toen stond God op als rechteren bevrijdde al de oprechte mensen op aarde.

11. Werkelijk, zelfs uw tegenstanders moeten U eer brengen.U houdt ze in toom.

12. Doe uw geloften aan de Here, uw God.Kom ze ook na.Iedereen moet Hem offers en gaven brengen,want Hij is beroemd en gevreesd.

13. God verslaat alle tegenstanders,allen vrezen Hem.