hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 2 Het Boek (HTB)

1. Wat zijn de ongelovige volken toch dwaasom tegen de Here op te staan!Het is onbegrijpelijk dat deze mensen proberenGod te slim af te zijn!

2. De machthebbers van deze wereldhebben hun hoofden bijeen gestokenen de leidersspannen samen tegen de Here en zijn gezalfde.

3. ‘Kom op,’ zeggen zij,‘laten wij onze boeien verbrekenen onszelf bevrijden uit deze slavernij van God.’

4. Maar God in de hemel lacht wanneer Hij hen hoort.De Here bespot hun dwaze plannen.

5. Hij zal hen in zijn toorn aanspreken.Zij zullen van angst voor Hem ineenkrimpen.

6. ‘Dit is de Koning die Ik heb aangesteld,’verklaart de Here dan,‘en Ik heb Hem in Jeruzalem, mijn heilige stad,een troon gegeven.’

7. De Uitverkorene van de Here antwoordt vervolgens:‘Ik zal de eeuwige bedoeling van de Here bekendmaken,want Hij heeft tegen Mij gezegd:“Jij bent mijn Zoon,Ik heb Je vandaag het leven gegeven.

8. Vraag Mij wat Je wilten Ik zal Je alle volken in bezit geven.

9. Heers over hen met een ijzeren vuist,verbrijzel hen alsof het potten van aardewerk zijn.” ’

10. Wees daarom verstandig,koningen en heersers van deze aarde,en luister nu het nog kan!

11. Dien de Here met eerbied en ontzag,verheug u in Hem met een bevend hart.

12. Val voor zijn Zoon op uw knieën.Kus Hem,want als binnenkort zijn toorn ontbrandt,bent u verloren.Zij die hun vertrouwen op Hem stellen,zijn gelukkige en gezegende mensen!