hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 48 Het Boek (HTB)

1. Een psalm van de Korachieten.

1Een psalm van de Korachieten.

2. De Here is groot en alle lof komt Hem toein de stad van God op zijn heilige berg.

3. De berg Sion is zo mooi doordat zij zo hoog gelegen is,een vreugde voor ieder die haar ziet.Zafon is werkelijk Sion,waar de stad van onze grote Koning ligt.

4. In de paleizen van Jeruzalem maakt God Zich kenbaar,Hij beschermt ons.

5. Let maar eens op:er was een samenzwering van koningen,met elkaar trokken zij op naar Jeruzalem.

6. Maar zodra zij er kwamen en het zagen,waren zij verbijsterd.Van schrik sloegen ze op de vlucht.

7. Zij sidderden angstig als een vrouw die een kind baart.

8. U laat de schepen van Tarsis door de oostenwind vergaan.

9. Eerst hadden wij ervan gehoord,maar later zagen wij het zelfin de stad van de Almachtige Here,in de stad van onze God:Hij houdt de stad in stand.

10. Steeds opnieuw, o God, herinneren wij ons uw goedheiden trouw wanneer wij in uw tempel zijn.

11. De eer die U toekomt, is net als uw naam, o God,zo groot dat die reikt tot aan het einde der aarde.U bent de bron van de rechtvaardigheid.

12. De berg Sion is blijen de dochters van Juda juichen over uw rechtvaardigheid.

13. Loop maar eens om Jeruzalem heenen tel haar wachttorens.

14. Kijk eens goed naar haar muren en loop door haar paleizen.Dan kunt u het aan uw nakomelingen vertellen:

15. kijk, zo is God. Hij is voor eeuwig onze Goden tot de dag dat wij stervenis Hij bij ons en wijst ons de weg.