hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 5 BasisBijbel (BB)

Psalm 5

1. Een lied van David. Voor de leider van het koor. Begeleiden met een fluit.

2. Heer, luister alstublieft naar mij!Luister naar mijn gedachten.

3. U bent mijn Koning en mijn God.Daarom roep ik U om hulp.Luister alstublieft naar mij!

4. Heer, 's morgens hoort U mij al roepen.'s Morgens vertel ik U wat ik op mijn hart heb.Dan wacht ik op uw antwoord.

5. U houdt niet van ongehoorzaamheid.Geen slecht mens zal bij U kunnen wonen.

6. Dwazen kunnen niet blijven bestaan voor de blik van uw ogen.U haat het als mensen slechte dingen doen.

7. U vernietigt alle leugenaars.U walgt van moordenaars en bedriegers.

8. Maar dankzij uw grote liefde mag ík uw huis binnen gaan.Vol ontzag zal ik mij voor U neerbuigen in uw heiligdom.

9. Heer, leid mij als mijn vijanden op mij loeren.Leid mij zoals U het wil.Wilt U voor mij de weg vrijmaken.

10. Van wat mijn vijanden zeggen, is geen woord te vertrouwen.Ze zijn door en door slecht.Hun woorden brengen alleen maar dood en ellende.Ze gebruiken mooie woorden om hun misdadige plannen te verbergen.

11. Spreek recht over hen, God, en verklaar hen schuldig!Laat hen voor straf struikelen over hun eigen plannen!Jaag hen weg vanwege al hun misdaden!Want ze willen U niet gehoorzamen.

12. Maar de mensen die op U vertrouwen, kunnen blij zijn.Ze zullen altijd jubelen, omdat U hen beschermt.Alle mensen die van U houden, zullen juichen.