hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 39 BasisBijbel (BB)

Psalm 39

1. Voor Jedutun, de leider van het koor. Een lied van David.

2. Ik was van plan om goed op te lettenen mijn tong in bedwang te houdenzodat ik niets verkeerds zou zeggentegenover de mensen die zich niets van U aantrekken.

3. Dus zweeg ik en zei helemaal niets.Ik hield mijn mond.Maar mijn zorgen werden steeds groter.

4. Mijn hart brandde in mijn binnenste.Ik móet U wel vragen:

5. Heer, laat me weten hoelang ik nog zal leven.Zeg me hoeveel dagen mijn leven nog tellen zal.Dat zal mij helpen om te begrijpen hoe sterfelijk ik ben.

6. Mijn leven duurt voor U maar een ogenblik.Een mensenleven is voor U als één enkele zucht.Elk mens, hoe goed het ook met hem gaat,is uiteindelijk niets.

7. Hij is maar een schaduw die voorbij glijdt.Hij werkt voor niets zo hard:hij verzamelt rijkdom, maar weet niet eens voor wie.

8. Heer, waar kan ik nog op hopen?Ik kan alleen maar vertrouwen dat U mij redt!

9. Vergeef me alles wat ik verkeerd heb gedaan.Zorg er alstublieft voor dat mijn vijanden me niet kunnen uitlachen.

10. Ik zwijg, ik zeg helemaal niets.Want U doet wat U wil.

11. Maar wees niet langer boos op mij!Ik sterf zowat onder uw straf!

12. Als U iemand straft voor de slechte dingen die hij heeft gedaan,dan voelt hij zich ziek en zwak.Zijn schoonheid verdwijnt als sneeuw voor de zon.Want wat is een mens? Eén enkele zucht!

13. Luister naar mijn gebed, Heer, ik roep U om hulp!Zwijg niet als ik huilend tot U bid.Ik heb geen rechten bij U,want ik ben maar een vreemdeling bij U,net als mijn voorouders.