hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 46 BasisBijbel (BB)

Psalm 46

1. Voor de leider van het koor. Een lied voor de Korachieten , op de wijs van: 'De meisjes.'

2. Bij God zijn we veilig.Hij is onze schuilplaats, onze burcht waar we veilig zijn.Hij heeft ons altijd geholpen als we in moeilijkheden zaten.

3. Daarom zullen we nooit bang zijn,zelfs niet als de aarde schudt,zelfs niet als de bergen in de zee vallen.

4. Laat het water maar bruisen en schuimen!Laten de bergen maar beven door de kracht van de golven!

5. Er stroomt een rivier door de stad van God.Die rivier maakt de mensen blij.In die stad woont de Allerhoogste God.

6. Daarom zal die stad niet veroverd worden.Vóór de dag begint, komt Hij de stad helpen.

7. Volken en koninkrijken bedreigen de stad.Maar als Hij spreekt,beven de volken,wankelen koninkrijken,lijkt de aarde te smelten.

8. De Heer van de hemelse legers is met ons.De God van Jakob is onze burcht waarin we veilig zijn.

9. Kom en zie wat de Heer doet.Hij kan oorlogen veroorzaken

10. en oorlogen laten ophouden.Hij breekt bogen,slaat speren stuk,steekt strijdwagens in brand.

11. Hij zegt: "Houd op! Want Ik ben God.Ik heers over de volken,Ik heers over de hele aarde."