hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 79 BasisBijbel (BB)

Psalm 79

1. Een lied van Asaf. God, mensen van een ander volk zijn uw land binnen gedrongen. Ze hebben uw heilige tempel verwoest.Ze hebben Jeruzalem veranderd in een puinhoop.

2. Ze hebben uw dienaren gedood.Hun lijken zijn blijven liggen als voer voor de vogels en de wilde dieren.

3. Ze hebben rondom Jeruzalem het bloed laten stromen als water.Niemand begroef de lijken.

4. De landen rondom ons lachen ons uit.De volken die om ons heen wonen, maken grappen over ons.

5. Hoelang zal dit nog duren, Heer?Wilt U voor altijd kwaad op ons blijven?Duurt uw straf voor altijd?

6. Koel uw woede liever op de volken die U niet kennen,op de koninkrijken die U niet aanbidden.

7. Want ze hebben [ het volk van ] Jakob vernietigden zijn prachtige land verwoest.

8. Straf ons niet voor wat onze voorouders hebben gedaan.Heb medelijden met ons en vergeef ons!Want we zijn er vreselijk aan toe.

9. Help ons, God, vanwege uw eigen eer.Alleen U kan ons redden.Vergeef ons en red ons, omdat U bent wie U bent.

10. Waarom zouden de andere volken zeggen:"Waar is hun God dan?"Laat hun zien, Heer, dat U wraak neemtvoor de dood van uw dienaren.

11. Hoor toch hoe de gevangenen zuchten!U bent machtig, Heer, red ons alstublieft!We staan op de rand van de dood.

12. Straf onze vijanden zevenvoudig!Want ze hebben U vreselijk beledigd, Heer.