hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 28 BasisBijbel (BB)

Psalm 28

1. Een lied van David. Heer, U bent de rots onder mijn voeten.Ik roep tot U om hulp.Doe niet alsof U me niet hoort!Als U blijft zwijgen, wordt dat mijn dood.

2. Hoor toch hoe ik U om hulp smeek.Luister naar mij als ik in het heiligdom mijn handen naar U uitstrek.

3. Dood mij niet zoals de mensendie zich niets van U aantrekken en slechte dingen doen.Zij zeggen wel vriendelijke woorden,maar van binnen zijn ze kwaad van plan.

4. Laat hen hun verdiende loon krijgenvoor de vreselijke dingen die ze doen.Straf hen voor hun misdaden.Zet ze hun betaald!

5. Het maakt hun niet uit wat U doet.Het kan hun niets schelen.Daarom zult U hen vernietigenzodat er niets van hen overblijft.

6. Ik prijs de Heer,want toen ik Hem om hulp riep,heeft Hij naar mij geluisterd.

7. De Heer geeft mij kracht.Hij beschermt mij als een schild.Ik vertrouwde op Hem en Hij heeft mij geholpen.Daarom juich ik van blijdschap en prijs ik Hem met mijn lied.

8. De Heer beschermt zijn volk.Hij beschermt de man die Hij tot koning heeft gezalfd.