hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 18 BasisBijbel (BB)

Psalm 18

1. Voor de leider van het koor. Een lied van David, de dienaar van de Heer. Hij maakte dit lied voor de Heer, toen Hij hem had gered van zijn vijanden en uit de handen van koning Saul.

2. Hij zei:Ik houd heel erg veel van U, mijn Heer.U geeft mij kracht.

3. Heer, U bent de rots onder mijn voeten,de burcht waar ik veilig ben, mijn Bevrijder.U bent mijn God, de rots waarop ik kan vertrouwen,het schild dat mij beschermt, mijn Redder,mijn sterke toren waarin ik veilig ben.

4. Ik riep het uit tot de Heer,tot de Heer die het waard is dat wij Hem prijzen.Toen redde Hij mij van mijn vijanden.

5. De dood hield mij in zijn greep,bedreigde mij als een wilde rivier.

6. Het dodenrijk omklemde mij.Overal loerde de dood op mij.

7. Wanhopig riep ik de Heer om hulp.Ik riep tot mijn God.Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis.Mijn geroep klonk in zijn oren.

8. Toen dreunde en beefde de aarde,de bergen schudden en schokten:de Heer was woedend over wat er gebeurde.

9. Rook kwam uit zijn neus.Vernietigend vuur kwam uit zijn mond.Houtskool raakte er door in brand.

10. Hij boog de hemel neer en kwam naar beneden.Donkere wolken waren onder zijn voeten.

11. Hij reed op een engel,vloog op de vleugels van de wind.

12. Hij verborg zich in diepe duisternis,in zware regen en donkere wolken.

13. Door het licht dat van Hem afstraalde,werden de wolken verjaagd.Het regende hagel en gloeiende houtskool.

14. Vanuit de hemel sprak de Heer met een stem als de donder.De Allerhoogste God sprak vanuit de hagel en de gloeiende kolen.

15. Hij schoot zijn pijlen af en mijn vijanden vluchtten.Hij slingerde zijn bliksem naar hen zodat ze in paniek raakten.

16. De zeebodem viel droog,de fundamenten van de aarde werden zichtbaartoen Hij woedend tegen mijn vijanden tekeer gingen tegen hen blies met de adem van zijn neus.

17. Hij stak uit de hemel zijn hand naar mij uit,greep me en trok me op uit het diepe water.

18. Hij redde me uit de greep van mijn machtige vijandendie mij haatten en die sterker waren dan ik.

19. Ze vielen me aan toen ik zwak was,maar de Heer hielp mij.

20. Hij bevrijdde me en gaf me weer ruimte.Hij redde mij, omdat Hij van mij houdt.

21. De Heer deed dit voor mij, omdat ik onschuldig ben.Hij beloonde me ervoor dat ik nooit iets slechts had gedaan.

22. Want ik heb me altijd gehouden aan de wetten van de Heer.Ik heb mijn God nooit verlaten.

23. Altijd gehoorzaamde ik zijn leefregels.Ik deed wat Hij van me vroeg.

24. Ik leefde zoals Hij het wilen was Hem nooit ongehoorzaam.

25. Ja, de Heer beloonde me omdat ik onschuldig ben.Hij beloonde me omdat Hij had gezien dat ik nooit iets slechts had gedaan.

26. Als mensen trouw zijn aan U, bent U trouw aan hen.U bent goed voor mensen die goed leven.

27. Aan mensen die eerlijk zijn,laat U zien dat U een eerlijk God bent.Maar aan mensen die slecht zijn,laat U zien dat U hun vijand bent.

28. U redt arme en verdrukte mensen.Maar U vernedert de mensendie trots denken dat ze U niet nodig hebben.

29. U bent voor mij als een lamp, Heer,want U brengt licht in mijn duisternis.

30. Met U durf ik een heel leger aan.Met U spring ik over een muur.

31. Wat God doet is volmaakt.Wat Hij zegt is altijd te vertrouwen.Hij beschermt iedereen die naar Hem toe komt voor hulp.

32. Er is geen andere God dan de Heer!Er is geen andere rots dan onze God![ Alleen Hij is de rots onder onze voeten. ]

33. Hij maakt mij sterk.Hij zorgt ervoor dat ik alles aan kan.

34. Hij maakt mijn voeten zo behendig als die van een hert.Zelfs op de hoogste toppen zorgt Hij dat ik stevig sta.

35. Hij leert me hoe ik moet strijden,zodat ik koperen bogen kan spannen.

36. U beschermde me als een schild en U hielp mij.Dankzij uw goedheid ben ik machtig geworden.

37. U heeft de weg voor mij gebaand.Ik kon gaan zonder te struikelen.

38. Ik achtervolgde mijn vijanden en haalde hen in.Ik ging niet terug vóórdat ik hen had vernietigd.

39. Ik sloeg hen neer met mijn zwaard.Ze vielen onder mijn voeten en stonden nooit meer op.

40. Want dankzij U was ik sterk in de strijd.U dwong mijn vijanden om zich over te geven.

41. Dankzij U sloegen mijn vijanden op de vlucht.Al mijn vijanden heb ik vernietigd.

42. Ze riepen om hulp, maar niemand redde hen.Ze riepen tot de Heer, maar Hij antwoordde niet.

43. Toen vermaalde ik hen tot stof in de wind.Ik vertrapte hen als het vuil in de straten.

44. U heeft mij gered toen mensen tegen mij in opstand kwamen.U maakte mij tot hoofd over vele volken.Verre volken dienden mij.

45. Zodra ze van mij hoorden, gehoorzaamden ze mij.Buitenlandse volken bogen nederig voor mijomdat ze bang voor me waren.

46. Vreemdelingen beefden van angst voor mijen kwamen angstig uit hun burchten.

47. De Heer leeft!Ik juich voor Hem, de rots onder mijn voeten!Alle eer is voor de God die mij heeft gered!

48. Hij heeft me de overwinning gegevenen mij tot koning over vele volken gemaakt.

49. Hij heeft me van mijn vijanden gered.Hij heeft mij machtiger gemaaktdan de mensen die tegen me in opstand kwamen.Hij heeft mij gered van mensen die geweld tegen me wilden gebruiken.

50. Heer, daarom prijs ik U onder de volkenen zing ik liederen voor U.