hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150

Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 44 BasisBijbel (BB)

Psalm 44

1. Een lied voor de Korachieten , om iets van te leren. Voor de leider van het koor.

2. God, we hebben het zelf gehoord.Onze vaders hebben het ons verteld:U heeft vroeger geweldige dingen voor hen gedaan.

3. U heeft Zelf volken uit hun eigen land weggejaagdom onze voorouders daar een plaats te geven.U heeft andere volken vernietigd,en ons volk steeds groter gemaakt.

4. Niet met hun wapens hebben ze dit land veroverd.Niet hun eigen kracht heeft hen geholpen.Maar úw handen en úw kracht en úw liefde hebben dat gedaanomdat U van hen houdt.

5. U bent mijn Koning, God.Red alstublieft uw volk.

6. Met úw hulp overwinnen we onze vijanden.Met úw hulp slaan we hen neer.

7. Want ik vertrouw niet op mijn boog.Mijn zwaard kan mij niet redden.

8. Ú redt ons van onze vijanden.Ú zorgt ervoor dat de mensen die ons hatenvoor schut komen te staan.

9. We prijzen U de hele dag.Voor altijd zijn wij blij met U.

10. Toch heeft U ons nu niet willen helpen.We staan voor schut.Want U heeft ons leger niet aangevoerd.

11. We hebben voor onze vijanden moeten vluchten.Ze hebben ons geplunderd.Ze namen mee wat ze maar wilden.

12. U heeft ons verhandeld als schapen die geslacht gaan worden.U heeft ons verspreid onder andere volken.

13. U heeft ons verkocht voor een belachelijk lage prijs.U bent er niet rijk van geworden.

14. U heeft ons voor schut gezet.Onze buurlanden lachen ons uit.

15. Ze maken grappen over ons.Ze schudden spottend hun hoofd.

16. De hele dag door kan ik aan niets anders denken.Ik schaam me verschrikkelijk.

17. De hele dag beledigen ze mij.Aldoor zijn ze uit op wraak.

18. Ook al is ons dit allemaal overkomen,tóch zijn we U niet vergeten.Tóch blijven we vasthouden aan uw verbond met ons.

19. We blijven op U vertrouwen.We blijven de weg volgen die U ons heeft gewezen.

20. Waarom heeft U ons dan verlaten,ons achtergelaten tussen de wilde dieren?Waarom laat U ons in het donker ronddwalen?

21. Als we onze God vergeten zouden zijn,en vreemde goden zouden hebben aanbeden,

22. dan zou U dat toch weten?Want U weet alles van ons.

23. Maar omdat we op U vertrouwen,is ons leven de hele dag in gevaar.We worden behandeld als schapen die geslacht gaan worden.

24. Word wakker, Heer! Waarom slaapt U?Sta op, Heer! Laat ons niet voor altijd in de steek!

25. Waarom blijft U op een afstand?Ziet U onze ellende en moeilijkheden dan niet?

26. Hulpeloos liggen we in het stof.Het is alsof we nooit meer zullen kunnen opstaan.