Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 5:9-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. opdat gij uw luister niet aan anderen geeftnoch uw jaren aan een meedogenloze;

10. opdat vreemden zich niet verzadigen met uw vermogen,en uw moeizaam verworven goedniet kome in het huis van een onbekende,

11. zodat gij in het laatst zoudt kermen,als uw vlees en uw lijf verteerd zijn,

12. en gij zoudt zeggen: Hoe heb ik de tucht kunnen hatenen heeft mijn hart de vermaning kunnen versmaden;

13. waarom heb ik niet geluisterdnaar de stem van mijn leermeesters,heb ik mijn oor niet geneigdnaar hen die mij onderrichtten!

Lees verder hoofdstuk Spreuken 5