Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 5:11-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. zodat gij in het laatst zoudt kermen,als uw vlees en uw lijf verteerd zijn,

12. en gij zoudt zeggen: Hoe heb ik de tucht kunnen hatenen heeft mijn hart de vermaning kunnen versmaden;

13. waarom heb ik niet geluisterdnaar de stem van mijn leermeesters,heb ik mijn oor niet geneigdnaar hen die mij onderrichtten!

14. Bijna was ik in alle kwaad geraakt– te midden van de gemeente en de vergadering.

15. Drink water uit uw eigen regenbaken welwater uit uw eigen bornput.

16. Moeten uw bronnen op straat overstromen,(uw) waterbeken op de pleinen?

Lees verder hoofdstuk Spreuken 5