Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 31:2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Wat, mijn zoon, (zal ik u zeggen)? ja wat, zoon van mijn schoot?ja wat, zoon van mijn geloften?

Lees verder hoofdstuk Spreuken 31

Uitzicht Spreuken 31:2 in verband