Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 15:11-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Dodenrijk en verderf liggen open voor de Here,hoeveel te meer de harten der mensenkinderen!

12. De spotter houdt er niet van, dat men hem terechtwijst;tot de wijzen zal hij niet gaan.

13. Een blij hart maakt het aangezicht vrolijk,maar door harteleed wordt de geest verslagen.

14. Het hart van de verstandige zoekt kennis,maar de mond der zotten houdt zich met dwaasheid bezig.

15. Al de dagen van de ellendige zijn boos,maar voor de blijmoedige is het altijd feest.

16. Beter is een weinig in de vreze des Heren,dan een grote schat en onrust daarbij.

17. Beter een schotel groente, waar liefde heerst,dan een gemeste os en haat daarbij.

18. Een opvliegend mens verwekt twist,maar een lankmoedige doet de strijd bedaren.

19. De weg van de luiaard is als een doornhaag,maar het pad der oprechten is welgebaand.

20. Een wijs zoon verheugt de vader,maar een dwaas van een mens veracht zijn moeder.

21. Dwaasheid is vreugde voor de verstandeloze,maar een man van verstand houdt de rechte weg.

22. Plannen mislukken bij gebrek aan overleg,maar door de veelheid van raadgevers komt iets tot stand.

23. Iemand heeft vreugde, als hij een gepast antwoord geeft,en hoe goed is een woord op zijn tijd!

24. Het pad des levens gaat voor de verstandige opwaarts,opdat hij ontwijke het dodenrijk beneden.

25. Het huis der hoogmoedigen breekt de Here af,maar Hij maakt de grenspaal der weduwe vast.

26. De plannen van de boze zijn de Here een gruwel,maar liefelijke woorden zijn rein.

27. Wie hunkert naar onrechtmatige winst, vernielt zijn eigen huis;maar wie geschenken haat, zal leven.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 15