Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 15:1-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Een zacht antwoord keert de grimmigheid af,maar een krenkend woord wekt de toorn op.

2. De tong der wijzen brengt degelijke kennis voort,maar de mond der zotten stort dwaasheid uit.

3. De ogen des Heren zijn aan alle plaatsen,opmerkzaam acht gevend op kwaden en goeden.

4. Zachtheid van tong is een boom des levens,maar valsheid in haar is een verderf in de geest.

5. De dwaas versmaadt de tucht van zijn vader,maar wie de terechtwijzing ter harte neemt, is verstandig.

6. In het huis van de rechtvaardige is een grote schat,maar het gewin van de goddeloze brengt vernieling.

7. De lippen der wijzen strooien kennis uit,maar het hart der dwazen is niet recht.

8. Het offer der goddelozen is de Here een gruwel,maar aan het gebed der oprechten heeft Hij welgevallen.

9. De weg van de goddeloze is de Here een gruwel,maar wie gerechtigheid najaagt, heeft Hij lief.

10. Gestrenge tuchtiging treft hem die het rechte pad verlaat;wie terechtwijzing haat, zal sterven.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 15