Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 77:8-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Zal de Here dan voor altoos verstoten,en niet meer goedgunstig zijn?

9. Neemt zijn goedertierenheid voor immer een einde,houdt de belofte op van geslacht tot geslacht?

10. Vergeet God genadig te zijn,of sluit Hij zijn barmhartigheid in toorn toe? sela

11. Daarom zeg ik: Dit krenkt mij,dat de rechterhand des Allerhoogsten verandert.

12. Ik zal de daden des Heren gedenken,ja, ik wil gedenken uw wonderen van ouds,

13. van al uw werken gewagenen uw daden overdenken.

14. O God, in heiligheid is uw weg;wie is een God, groot als God?

15. Gij zijt de God, die wonderen werkt,Gij hebt onder de volken uw macht doen kennen.

16. Gij hebt uw volk met machtige arm verlost,de zonen van Jakob en Jozef. sela

17. De wateren zagen U, o God,de wateren zagen U, zij sidderden,zelfs de diepten beefden.

18. De wolken goten water uit,het zwerk deed de donder horen,ook vlogen uw pijlen rond.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 77