Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 77:3-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Ten dage mijner benauwdheid zoek ik de Here,des nachts is mijn hand uitgestrekt en zij wordt niet moede,mijn ziel weigert zich te laten troosten.

4. Denk ik aan God, dan kreun ik;peins ik, dan versmacht mijn geest. sela

5. Gij houdt mijn ogen open,ik ben onrustig en kan niet spreken.

6. Ik overdenk de dagen van ouds,de jaren van weleer;

7. ik denk in de nacht aan mijn snarenspel,ik peins in mijn hart en mijn geest vorst na.

8. Zal de Here dan voor altoos verstoten,en niet meer goedgunstig zijn?

9. Neemt zijn goedertierenheid voor immer een einde,houdt de belofte op van geslacht tot geslacht?

10. Vergeet God genadig te zijn,of sluit Hij zijn barmhartigheid in toorn toe? sela

11. Daarom zeg ik: Dit krenkt mij,dat de rechterhand des Allerhoogsten verandert.

12. Ik zal de daden des Heren gedenken,ja, ik wil gedenken uw wonderen van ouds,

13. van al uw werken gewagenen uw daden overdenken.

14. O God, in heiligheid is uw weg;wie is een God, groot als God?

Lees verder hoofdstuk Psalmen 77