Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 77:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Voor de koorleider. Op Jedutun. Een psalm van Asaf.

2. Mijn stem is tot God, en ik roep;mijn stem is tot God, opdat Hij zijn oor tot mij neige.

3. Ten dage mijner benauwdheid zoek ik de Here,des nachts is mijn hand uitgestrekt en zij wordt niet moede,mijn ziel weigert zich te laten troosten.

4. Denk ik aan God, dan kreun ik;peins ik, dan versmacht mijn geest. sela

5. Gij houdt mijn ogen open,ik ben onrustig en kan niet spreken.

6. Ik overdenk de dagen van ouds,de jaren van weleer;

7. ik denk in de nacht aan mijn snarenspel,ik peins in mijn hart en mijn geest vorst na.

8. Zal de Here dan voor altoos verstoten,en niet meer goedgunstig zijn?

Lees verder hoofdstuk Psalmen 77