Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 72:12-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Voorwaar, hij zal de arme redden, die om hulp roept,de ellendige, en wie geen helper heeft;

13. hij zal zich ontfermen over de geringe en de arme,hij zal de zielen der armen verlossen.

14. Van druk en geweld zal hij hun leven bevrijden,hun bloed zal kostbaar zijn in zijn oog.

15. En hij zal leven; men zal hem van het goud van Seba geven,men zal bestendig voor hem bidden,de ganse dag hem zegenen.

16. Een overvloed van koren zij in het land;op de toppen der bergengolve zijn vrucht als op de Libanon,en de stedelingen mogen opbloeien als het kruid der aarde.

17. Zijn naam zij voor altoos,zolang de zon er is, bloeie zijn naam.Mogen alle volken elkander daarmee zegenen,hem gelukkig prijzen.

18. Geloofd zij de Here God, de God van Israël,die alleen wonderen doet.

19. En geloofd zij zijn heerlijke naam voor eeuwig,en zijn heerlijkheid vervulle de ganse aarde.Amen, ja, amen.

20. De gebeden van David, de zoon van Isaï, zijn ten einde.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 72