Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 72:1-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Van Salomo.O God, verleen de koning uw recht,en uw gerechtigheid de zoon des konings.

2. Hij richte uw volk met gerechtigheid,uw ellendigen met recht.

3. Mogen voor het volk de bergen vrede dragen,ook de heuvelen, in gerechtigheid.

4. Hij verschaffe recht aan de ellendigen des volks,Hij redde de armen, maar verbrijzele de verdrukker.

5. Men vreze u, zolang de zon er is,en zolang de maan er is, van geslacht tot geslacht.

6. Hij zij als de regen die neerdaalt op het grasland,als regenbuien die de aarde besproeien.

7. In zijn dagen bloeie de rechtvaardigeen grote vrede, totdat er geen maan meer is.

8. Hij heerse van zee tot zee,van de Rivier tot de einden der aarde.

9. Mogen voor hem de woestijnbewoners zich bukken,zijn vijanden het stof lekken;

10. de koningen van Tarsis en de kustlandenhem geschenken brengen,de koningen van Saba en Sebahem schatting offeren,

Lees verder hoofdstuk Psalmen 72