Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 66:13-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. Ik zal met brandoffers uw huis binnengaan,mijn geloften zal ik U betalen,

14. waartoe mijn lippen zich ontsloten,en die mijn mond sprak, toen ik benauwd was.

15. Brandoffers van mestkalveren zal ik U brengen,met de offergeur van rammen;ik zal runderen met bokken bereiden. sela

16. Komt, hoort, en ik wil vertellen, gij allen die God vreest,wat Hij gedaan heeft aan mijn ziel.

17. Nauwelijks had ik met mijn mond tot Hem geroepen,of er was een lofzang onder mijn tong.

18. Had ik onrecht beoogd in mijn hart,dan zou de Here niet hebben gehoord.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 66