Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 35:16-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Een kring van goddeloze spottersknarsten de tanden tegen mij.

17. Hoelang, Here, zult Gij toezien?Verlos toch mijn ziel van hun verwoestingen,mijn eenzame, van de jonge leeuwen.

18. Dan zal ik U loven in een grote gemeente,onder een geweldige schare U prijzen.

19. Dat mijn valse vijanden zich niet over mij verheugen,noch met de ogen knippen wie mij zonder oorzaak haten.

20. Waarlijk, van vrede spreken zij niet,en tegen de stillen in den landeberamen zij bedrieglijke dingen,

Lees verder hoofdstuk Psalmen 35