Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 33:7-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Hij verzamelt het water der zee als een dam,Hij legt watervloeden in schatkamers op.

8. De ganse aarde vreze voor de Here,al de bewoners der wereld moeten voor Hem ontzag hebben.

9. Want Hij sprak en het was er,Hij gebood en het stond er.

10. De Here verbreekt de raad der volken,Hij verijdelt de gedachten der natiën;

11. de raad des Heren houdt eeuwig stand,de gedachten zijns harten van geslacht tot geslacht.

12. Welzalig het volk, welks God de Here is,de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos.

13. De Here schouwt uit de hemel,Hij slaat alle mensenkinderen gade;

14. uit zijn woonplaats ziet Hijnaar alle bewoners der aarde,

15. Hij, die hun aller harten vormt,die al hun werken doorgrondt.

16. Geen koning wordt behouden door een machtig leger,geen held wordt gered door geweldige kracht;

Lees verder hoofdstuk Psalmen 33