Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 19:8-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. De wet des Heren is volmaakt,zij verkwikt de ziel;de getuigenis des Heren is betrouwbaar,zij schenkt wijsheid aan de onverstandige.

9. De bevelen des Heren zijn waarachtig,zij verheugen het hart;het gebod des Heren is louter,het verlicht de ogen.

10. De vreze des Heren is rein,voor immer bestendig;de verordeningen des Heren zijn waarheid,altegader rechtvaardig.

11. Kostelijker zijn zij dan goud,ja, dan veel fijn goud;en zoeter dan honig,ja, dan honigzeem uit de raat.

12. Ook laat uw knecht zich daardoor ernstig vermanen;in het houden ervan ligt rijke beloning.

13. Afdwalingen – wie bemerkt ze?Spreek van de verborgene mij vrij.

14. Behoed ook uw knecht voor overmoed,laat die over mij niet heersen;dan ben ik onberispelijken vrij van grove overtreding.

15. Mogen de woorden van mijn monden de overleggingen van mijn hartU welgevallig zijn,o Here, mijn rots en mijn verlosser.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 19