Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 148:2-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Looft Hem, al zijn engelen,looft Hem, al zijn heerscharen.

3. Looft Hem, zon en maan,looft Hem, al gij lichtende sterren.

4. Looft Hem, hemel der hemelen,en gij wateren boven de hemel.

5. Dat zij de naam des Heren loven,want Hij gebood en zij waren geschapen;

6. Hij zette ze vast voor immer en altoos,Hij stelde hun een inzetting, die geen hunner overtreedt.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 148