Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 102:5-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. mijn hart is verzengd en verdord als gras,want ik vergat mijn brood te eten.

6. Vanwege mijn luide zuchtenkleeft mijn gebeente aan mijn vlees;

7. ik ben gelijk aan een pelikaan in de woestijn,ik ben als een steenuil te midden der puinhopen;

8. ik ben slapeloos,ik gelijk op een eenzame vogel op het dak.

9. Mijn vijanden smaden mij de ganse dag,wie tegen mij razen, gebruiken mijn naam als vloek;

10. want ik eet as als brooden vermeng mijn drank met tranen

11. vanwege uw toorn en uw verbolgenheid,omdat Gij mij hebt opgenomen en neergeworpen.

12. Mijn dagen zijn als een langgerekte schaduw,en ik verdor als gras.

13. Maar Gij, o Here, troont voor eeuwig,uw naam blijft van geslacht tot geslacht.

14. Gij zult opstaan, U over Sion erbarmen,want het is tijd haar genadig te zijn,want de bepaalde tijd is gekomen;

15. want uw knechten hebben behagen in haar stenen,zij hebben deernis met haar puin.

16. Dan zullen de volkeren de naam des Heren vrezen,alle koningen der aarde uw heerlijkheid,

Lees verder hoofdstuk Psalmen 102