Oude Testament

Nieuwe Testament

Klaagliederen 3:58-66 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

58. Gij voert, o Here, mijn rechtsgeding,Gij verlost mijn leven.

59. Gij ziet, o Here, mijn verongelijking,ach, verschaf mij recht.

60. Gij ziet al hun wraakzucht,al hun overleggingen tegen mij.

61. Gij hoort, o Here, hun smaad,al hun overleggingen tegen mij,

62. de taal van wie tegen mij opstaan, en hun gemompeltegen mij, de ganse dag.

63. Aanschouw hun zitten en hun opstaan:Ik ben hun spotlied.

64. Gij zult hun vergelden, o Here,naar het werk hunner handen.

65. Gij zult hun geest verblinden –uw vloek over hen!

66. Gij zult hen in toorn vervolgen en verdelgenvan onder des Heren hemel.

Lees verder hoofdstuk Klaagliederen 3