55. Ik roep uw naam aan, o Here,uit het onderste van de put.
56. Gij hoort mijn stem: verberg uw oor nietvoor mijn zuchten, mijn hulpgeschrei.
57. Gij zijt nabij ten dage, dat ik U aanroep,Gij zegt: Vrees niet.
58. Gij voert, o Here, mijn rechtsgeding,Gij verlost mijn leven.
59. Gij ziet, o Here, mijn verongelijking,ach, verschaf mij recht.
60. Gij ziet al hun wraakzucht,al hun overleggingen tegen mij.