Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 7:16-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

16. Ik ben het moe, ik blijf toch niet altijd leven!Laat van mij af, want mijn dagen zijn een ademtocht.

17. Wat is de mens, dat Gij hem zo groot achten uw aandacht op hem vestigt,

18. dat Gij elke morgen hem bezoekt,elk ogenblik hem beproeft?

19. Wanneer zult gij eindelijk uw blik van mij afwenden,mij loslaten, zodat ik mijn speeksel kan wegslikken?

20. Heb ik gezondigd, wat doe ik U daarmee aan,Bewaker der mensen?Waarom stelt Gij mij tot uw mikpunt,zodat ik mijzelf tot een last geworden ben?

Lees verder hoofdstuk Job 7