Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 36:32-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

32. In Edom dan regeerde Bela, de zoon van Beor, en zijn stad heette Dinhaba.

33. Toen Bela gestorven was, werd koning in zijn plaats Jobab, de zoon van Zerach, uit Bosra.

34. Toen Jobab gestorven was, werd koning in zijn plaats Chusam, uit het land der Temanieten.

35. Toen Chusam gestorven was, werd koning in zijn plaats Hadad, de zoon van Bedad, die Midjan versloeg in het veld van Moab, en zijn stad heette Awit.

36. Toen Hadad gestorven was, werd koning in zijn plaats Samla, uit Masreka.

37. Toen Samla gestorven was, werd koning in zijn plaats Saul, uit Rechobot aan de rivier.

Lees verder hoofdstuk Genesis 36