Oude Testament

Nieuwe Testament

Genesis 36:13-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. En dit waren de zonen van Reüel: Nachat, Zerach, Samma en Mizza; dit waren de zonen van Esaus vrouw Basemat.

14. En dit waren de zonen van Esaus vrouw Oholibama, dochter van Ana, dochter van Sibon, zij baarde aan Esau Jeüs, Jalam en Korach.

15. Dit waren de stamhoofden der zonen van Esau: de zonen van Elifaz, de eerstgeborene van Esau, waren de stamhoofden Teman, Omar, Sefo, Kenaz,

16. Korach, Gatam, Amalek; dit waren de stamhoofden van Elifaz in het land Edom; dit waren de zonen van Ada.

17. En dit waren de zonen van Reüel, de zoon van Esau: de stamhoofden Nachat, Zerach, Samma en Mizza; dit waren de stamhoofden van Reüel in het land Edom; dit waren de zonen van Esaus vrouw Basemat.

18. En dit waren de zonen van Esaus vrouw Oholibama; de stamhoofden Jeüs, Jalam en Korach; dit waren de stamhoofden van Esaus vrouw Oholibama, dochter van Ana.

19. Dit waren de zonen van Esau en dit waren hun stamhoofden; dat is Edom.

20. Dit waren de zonen van Seïr, de Chorieten, de inwoners van het land: Lotan, Sobal, Sibon, Ana,

21. Dison, Eser en Disan; dit waren de stamhoofden der Chorieten, der zonen van Seïr in het land Edom.

22. En de zonen van Lotan waren Chori en Hemam, en de zuster van Lotan was Timna.

Lees verder hoofdstuk Genesis 36