Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 7:1-11 Het Boek (HTB)

1. Een klaaglied van David, dat hij voor de Here zong als reactie op de woorden van Kus (uit de stam Benjamin).

2. Bij U zoek ik bescherming, Here, mijn God!U kunt mij r eddenuit de handen van hen die mij opjagen.

3. Laten zij mij niet bespringen,zoals een leeuw zou doen,en mij verscheuren en wegslepenzonder dat iemand mij redt.

4. Het zou iets anders zijn, Here,als ik zelf slechte dingen deed,

5. als ik goed met kwaad vergoldof iemand die mij vertrouwde, oneerlijk behandelde.

6. Dan zou het terecht zijnals mijn vijanden mij wilden vernietigen,mij op de grond smetenen mijn leven vertrapten in het stof.

7. Maar zo is het niet, Here!Stel uw toorn tegenoverde woede van mijn vijanden.Kom erbij, Here,en eis het recht voor mij op!

8. Laat alle mensen voor U aantreden,verhef U boven hen en spreek recht.

9. Laat het recht openlijk over mij zegevieren!Geef mij eerherstel ten overstaan van allen,want ik ben onschuldig.

10. Zorg toch dat er een einde komtaan al die slechtheid, Here.Zegen allen die U oprecht liefhebben.U, de rechtvaardige God, bent de Enigedie alles doorziet in elk mensenhart.U beoordeelt motieven en gedachten.

11. God is mijn schild en mijn verdediging.Hij redt wie eerlijk en oprecht is.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 7