Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 56:1-6 Het Boek (HTB)

1. Een waardevol lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘De duif op verre eilanden.’ Dit lied schreef hij nadat de Filistijnen hem bij Gath gevangennamen.

2. Wees mij nabij, o God,en geef mij uw genade,want de mensen trappen mij tegen de grond.De hele dag brengen mijn tegenstandersmij in het nauw.

3. Mijn vijanden tergen mij de hele dag.Tallozen staan nu boven mijen strijden tegen mij.

4. Juist als alles mij angst aanjaagt,stel ik op U mijn vertrouwen.

5. Op U, mijn God.Ik prijs uw woord.Ik vertrouw op God en ken geen angst,wat zouden mensen mij kunnen aandoen?

6. Zij verdraaien voortdurend mijn woorden,zij beramen kwade plannen tegen mij.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 56