Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 35:1-12 Het Boek (HTB)

1. Een lied van David. Here, als sommigen met mij argumenteren,wilt U dan voor mij antwoorden?Als iemand mij aanvalt,vecht U dan voor mij terug.

2. Neem uw wapens open kom mij te hulp!

3. Val mijn achtervolgers aan.Laat mij weten dat U mij zult verlossen!

4. Laat hen die mij willen doden,voor schut staan.Laat hen die slechte plannen tegen mij beramen,beschaamd afdruipen.

5. Verstrooi hen als kaf in de wind,op het moment dat uw Engel hen neerslaat.

6. Zij gaan op donkere, glibberige wegenen de Engel van de Here achtervolgt hen daarop.

7. Want zonder aanleiding spanden zij een net voor mijen groeven een valkuil om mij te vangen.

8. Ik hoop dat zij zonder het te merken zelf omkomen.Dat zij in hun eigen kuil zullen vallen.

9. Ik verheug mij in de Here,ik zing een loflied over zijn hulp en bevrijding.

10. Alles in mij juicht: Here, wie kan U evenaren?U bevrijdt arme en beproefde mensenvan hun onderdrukkers en berovers.

11. Leugenachtige getuigen nemen het woorden vragen mij dingen die ik helemaal niet weet.

12. Zij vergelden goed met kwaad.Mijn ziel is eenzaam geworden.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 35