Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 2:1-7 Het Boek (HTB)

1. Wat zijn de ongelovige volken toch dwaasom tegen de Here op te staan!Het is onbegrijpelijk dat deze mensen proberenGod te slim af te zijn!

2. De machthebbers van deze wereldhebben hun hoofden bijeen gestokenen de leidersspannen samen tegen de Here en zijn gezalfde.

3. ‘Kom op,’ zeggen zij,‘laten wij onze boeien verbrekenen onszelf bevrijden uit deze slavernij van God.’

4. Maar God in de hemel lacht wanneer Hij hen hoort.De Here bespot hun dwaze plannen.

5. Hij zal hen in zijn toorn aanspreken.Zij zullen van angst voor Hem ineenkrimpen.

6. ‘Dit is de Koning die Ik heb aangesteld,’verklaart de Here dan,‘en Ik heb Hem in Jeruzalem, mijn heilige stad,een troon gegeven.’

7. De Uitverkorene van de Here antwoordt vervolgens:‘Ik zal de eeuwige bedoeling van de Here bekendmaken,want Hij heeft tegen Mij gezegd:“Jij bent mijn Zoon,Ik heb Je vandaag het leven gegeven.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 2