Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 132:1-16 Het Boek (HTB)

1. Een bedevaartslied. Here, denk toch aan alle moeitedie David heeft doorstaan.

2. Hoe hij heeft gezworen aan de Hereen een belofte heeft gedaan aan de machtige God van Jakob.

3. Hij zei: ‘Ik meen het,ik zal mijn huis niet meer binnengaanen niet meer naar bed gaan,

4. en ik zal de slaap niet vatten

5. eer ik voor de Here een plaats heb gevonden,waar Hij kan wonen.Een woonplaats voor de machtige God van Jakob.’

6. Weet u,wij hoorden in Efrata alover zijn woning sprekenen vonden haar in de velden van Jaär.

7. Laten wij zijn huis binnengaanen ons diep voor Hem buigen.

8. Here, sta op en ga naar uw rustplaats,U en de ark die spreekt van uw kracht.

9. Laten uw priesters zich kleden in rechtvaardigheiden uw volgelingen jubelen over uw grootheid.

10. Keer U niet af van uw uitverkorene,ter wille van uw dienaar David.

11. De Here heeft David een kostbare belofte gedaandie Hij nooit zal verbreken.Hij zei: een van uw eigen nakomelingenzal Ik koning maken.

12. Als uw zonen zich aan mijn wet houdenen spreken over alles wat Ik hun leer,zullen ook hun kinderen weer regeren.

13. Want de Here heeft Jeruzalem uitgekozen.Daar wilde Hij graag wonen.

14. Hij zei: ‘Dit is de plaatswaar Ik altijd rust zal vinden.Hier wil ik graag wonen.

15. Het eten in deze stad zal Ik zegenenen de armen die er wonen,zal Ik volop te eten geven.

16. De priesters van Jeruzalemzullen mijn bevrijding kennenen de gelovigen zullen blij jubelen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 132