Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 105:30-38 Het Boek (HTB)

30. Het land werd overspoeld door kikvorsen,zelfs tot in het koninklijk paleis.

31. God zei dat er steekvliegen zouden komenen het hele land wemelde ervan.Geen plek ontkwam aan de muggen.

32. Hij veranderde hun regen in hagelstenen,de hagel en het vuur dat er tussenin op aarde neerkwam,vernietigden alle gewassen.

33. God vernietigde hun wijnstokken,vijgebomen en alle andere bomen.

34. Op zijn woord kwamen er sprinkhanen over het land,ontelbaar veel.

35. Al het groene gewasen alle andere gewassen op het landwerden weggevreten.

36. Ten slotte doodde Hij alle oudste zonen in heel Egypte,de stamhouders, op wie ieder zijn hoop had gevestigd.

37. God leidde zijn volk met goud en zilver het land Egypte uit,niemand bleef achter.

38. In Egypte was men blij dat zij gingen,want de Israëlieten hadden de Egyptenarengrote angst aangejaagd.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 105