Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 104:21-33 Het Boek (HTB)

21. Jonge leeuwen willen op jacht naar voedsel,zij vragen God hun eten te geven.

22. Wanneer het 's morgens licht wordt,gaan zij slapen in hun hol.

23. Dan beginnen de mensen te levenen te werken tot de avond valt.

24. U hebt zo geweldig veel gemaakt, Here.U hebt alles met wijsheid gemaakt.De hele aarde is vol van uw schepping.

25. De zee bijvoorbeeld,groot en uitgestrekt ligt zij daarvol kleine en grote dieren,ontelbaar zijn ze.

26. Er varen schepen op.Het grote zeemonster Leviatanleeft in de zee,hij is als speelgoed voor U.

27. Alles wacht op U.U geeft elk dier op zijn tijd te eten.

28. Als U hun dat geeft,bewaren zij het.Als U eten geeft,zullen zij allemaal genoeg hebben.

29. Maar als U niet verschijnt,worden zij vernietigd.Als zij geen adem meer krijgen,sterven zij.Dan worden zij weer stof.

30. Maar als U uw Geest stuurt,worden zij gemaakten alles op aarde lijkt nieuw te worden.

31. De macht en majesteit van de Hereblijven tot in eeuwigheid.De Here is blij met alleswat Hij heeft gemaakt.

32. Als Hij naar de aarde kijkt,begint die te trillen.Als Hij de bergen aanraakt,roken de vulkanen.

33. Mijn leven lang zal ik zingen voor de Here.Zolang ik adem heb,zal ik lofliederen zingen voor mijn God.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 104