hoofdstukken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42

Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 8 Het Boek (HTB)

De reactie van Bildad

1. Toen zei Bildad uit Suach tegen Job:

2. ‘Hoe lang ga je zo nog door, Job, en blaas je woorden uit als een stormwind?

3. Wil je zeggen dat God onrechtvaardig is?

4. Als jouw kinderen tegen Hem gezondigd hebben, heeft Hij hen terecht gestraft.

5. Maar als je God oprecht zoekt en de Almachtige om genade smeekt,

6. als jij rein en oprecht bent, zal Hij opstaan, opnieuw voor je zorgen en jou je eigen plaats en woning teruggeven.

7. Dan zal het verleden maar klein en gering schijnen, maar je toekomst zal groots zijn.

8. Kijk eens naar de geschiedenis, leer toch van wat eerder heeft plaatsgehad.

9. Wij werden gisteren geboren en weten haast niets, onze tijd op aarde glijdt als een schaduw voorbij.

10. Van de wijsheid van vroegere generaties kun je veel leren. Luister naar hun ervaringen.

11-13. Papyrus zal zonder moeras niet kunnen groeien, net zomin als riet zonder water. Als het groen op het veld staat, verdort het sneller dan gras, nog voordat het gemaaid is. Zo gaat het ook met hen die God vergeten, de hoop van de goddeloze wordt teniet gedaan.

14. Een mens zonder God vertrouwt op een spinnenweb. Alles waarop hij steunt, stort onder hem ineen.

15. Als hij veilig denkt te zijn in zijn huis, stort het in.

16. In het zonlicht lijkt hij krachtig en vruchtbaar als een groene plant, zijn takken spreiden zich uit over de hele tuin.

17. Zijn wortels houden zich stevig vast aan een hoop stenen en wringen zich tussen die stenen door.

18. Maar als de plant van zijn plaats wordt weggerukt, wordt hij daar niet eens gemist.

19. Dat is alles wat hem te wachten staat. Een andere plant groeit op en neemt zijn plaats in.

20. Begrijp het dan toch! God verwerpt een oprechte man niet en evenmin geeft Hij voorspoed aan boosdoeners.

21. Eens zal Hij jouw mond weer laten lachen en je lippen zullen weer van vreugde juichen.

22. De mensen die jou haten, zullen met schaamte worden vervuld en de goddelozen zullen worden vernietigd.’