Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 37:2-10 Het Boek (HTB)

2. Luister goed naar de donder van zijn stem.

3. Hij rolt langs de hemel en de bliksemschichten schieten naar alle kanten van de aarde.

4. Zij worden gevolgd door het onophoudelijke dreunen van de donder, de ontzagwekkende stem van zijn majesteit.

5. Zijn stem klinkt op een geweldige manier door in de donder. Wij kunnen de omvang van zijn macht niet bevatten.

6. Want Hij geeft sneeuw en regen opdracht om op de aarde te vallen.

7. Dan ligt al het menselijke werk stil, zodat men overal zijn macht kan zien.

8. De wilde dieren verbergen zich tussen de rotsen of in hun holen.

9. De storm komt op vanuit het zuiden en vanuit het noorden komt de kou.

10. God blaast over de rivieren en zelfs de grootste wateroppervlaktes bevriezen.

Lees verder hoofdstuk Job 37