Oude Testament

Nieuwe Testament

Job 37:11-22 Het Boek (HTB)

11. Hij laadt de wolken met waterdamp en uit diezelfde wolken komt zijn bliksem.

12. Hij stuurt de bliksemschichten met zijn hand en overal op aarde doen zij wat Hij beveelt.

13. Hij stuurt de wolken als straf of—in zijn liefdevolle goedheid—als bemoediging voor de mensen.

14. Luister, Job, sta stil en kijk naar de machtige wonderen van God!

15. Weet u hoe God de wolken in de hand houdt en hoe Hij de bliksem daaruit tevoorschijn laat schieten?

16. Begrijpt u hoe de wolken zo volmaakt kunnen zweven? Het is het wonderlijke werk van de Alwetende.

17. Weet u waarom u het warm krijgt wanneer de wind uit het zuiden komt en het zulk rustig weer is?

18. Kunt u zoals Hij de hemelkoepel maken, die zo hard is als een gegoten spiegel?

19-20. Als u denkt dat u zoveel weet, leer ons dan hoe wij tot God kunnen naderen. Want wij kunnen daar niet achter komen! Zouden wij Hem zo kunnen mededelen dat ik Hem wil spreken? Wil een mens levend worden opgeslokt?

21. Want net zo min als wij in de zon kunnen kijken wanneer de wind alle wolken uit de lucht heeft weggedreven,

22. zo min kunnen wij het oog richten op de ontzagwekkende majesteit van God, als Hij Zich vanuit de hemel over ons uitstort, gehuld in zijn duizelingwekkende pracht.

Lees verder hoofdstuk Job 37