Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 27:6-16 BasisBijbel (BB)

6. Strenge woorden van een vriend doen wel pijn, maar zijn met goede bedoelingen gezegd.Maar een vijand omhelst je zonder dat hij het meent.

7. Iemand die genoeg te eten heeft, laat lekkere dingen staan.Maar iemand die honger heeft, eet zelfs dingen die niet lekker zijn.

8. Een man die ver van huis rondzwerft,is als een vogel die rondzwerft ver buiten zijn nest.

9. De geur van parfum is heerlijk.Net zo heerlijk is vriendschap en goede raad.

10. Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek.Maar ga niet naar je broer als je in moeilijkheden zit.Je hebt meer aan een vriend dichtbij,dan aan een broer ver weg.

11. Wees wijs, mijn zoon, dan zal ik blij over je zijn.Want ik zal een goed antwoord hebben tegen de mensen die mij belachelijk maken.

12. Een verstandig mens ziet moeilijkheden aankomen en zorgt dat hij in veiligheid komt.Maar slechte mensen gaan maar door en worden gestraft.

13. Pak de mantel af van iemand die borg is gaan staan voor een onbekende.Geef die mantel als onderpand aan mensen die je niet kent.

14. Als je elke ochtend je buurman luidruchtig groet,maak je hem kwaad zodat hij je tenslotte vervloekt.

15. Een druppelend lek op een dag dat het stortregent is net zo ergals een vrouw die altijd ruzie zoekt.

16. Haar stilhouden is net zo moeilijk als de wind tegenhouden.Het is net zo onmogelijk als de geur verbergen van parfum aan je hand.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 27