Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 27:19-27 BasisBijbel (BB)

19. Kijk in de spiegel als je wil weten hoe je er uitziet.Kijk in je hart als je wil weten hoe je werkelijk bent.

20. Het dodenrijk en de dood hebben nooit genoeg.Net zo hebben de mensen nooit genoeg: wat hun ogen zien, willen ze hebben.

21. In de smelt-oven blijkt wat het zilver en het goud waard zijn.Wat een mens waard is, blijkt uit wat anderen over hem zeggen.

22. Al leg je een dwaas mens in een vijzelen stamp je hem, samen met de graankorrels,de dwaasheid stamp je er niet uit.[ . ]

23. Zorg ervoor dat het goed gaat met je vee.Zorg dat je kudden altijd genoeg te eten hebben.

24. Want rijkdom blijft niet voor eeuwig.Een koningskroon gaat toch ook niet aldoor over op de volgende zoon?

25. Laat je dieren grazen in het jonge gras,haal hooi voor ze uit de bergen.

26. Want je schapen zorgen ervoor dat je wol hebt voor kleren.Met je geiten kun je betalen voor een nieuwe akker.

27. Bovendien geven ze melk en vleesvoor je gezin en voor je slavinnen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 27