Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 27:12-24 BasisBijbel (BB)

12. Een verstandig mens ziet moeilijkheden aankomen en zorgt dat hij in veiligheid komt.Maar slechte mensen gaan maar door en worden gestraft.

13. Pak de mantel af van iemand die borg is gaan staan voor een onbekende.Geef die mantel als onderpand aan mensen die je niet kent.

14. Als je elke ochtend je buurman luidruchtig groet,maak je hem kwaad zodat hij je tenslotte vervloekt.

15. Een druppelend lek op een dag dat het stortregent is net zo ergals een vrouw die altijd ruzie zoekt.

16. Haar stilhouden is net zo moeilijk als de wind tegenhouden.Het is net zo onmogelijk als de geur verbergen van parfum aan je hand.

17. Zoals ijzer met ijzer scherp wordt gemaakt,zo scherpt de ene mens de andere.

18. De man die voor de vijgenboom zorgt, mag ook van de vijgen eten.De man die goed voor zijn heer zorgt, mag daarvoor geprezen worden.

19. Kijk in de spiegel als je wil weten hoe je er uitziet.Kijk in je hart als je wil weten hoe je werkelijk bent.

20. Het dodenrijk en de dood hebben nooit genoeg.Net zo hebben de mensen nooit genoeg: wat hun ogen zien, willen ze hebben.

21. In de smelt-oven blijkt wat het zilver en het goud waard zijn.Wat een mens waard is, blijkt uit wat anderen over hem zeggen.

22. Al leg je een dwaas mens in een vijzelen stamp je hem, samen met de graankorrels,de dwaasheid stamp je er niet uit.[ . ]

23. Zorg ervoor dat het goed gaat met je vee.Zorg dat je kudden altijd genoeg te eten hebben.

24. Want rijkdom blijft niet voor eeuwig.Een koningskroon gaat toch ook niet aldoor over op de volgende zoon?

Lees verder hoofdstuk Spreuken 27