Oude Testament

Nieuwe Testament

Richters 17:1-4 BasisBijbel (BB)

1. In de bergen van Efraïm woonde een man die Micha heette.

2. Op een dag zei hij tegen zijn moeder: "Er waren laatst toch 1100 zilverstukken van u gestolen? U heeft toen een vervloeking uitgesproken [ over de dief ]. Maar ik had dat geld van u gepakt." Toen zei zijn moeder: "Ik hoop dat de Heer je ervoor zal zegenen [ dat je me het eerlijk hebt gezegd ]!"

3. Hij gaf het geld aan zijn moeder terug. Maar zij zei: "Luister, ik geef dit geld allemaal aan de Heer. Ik geef het aan jou, dan kun je er een beeld van maken. Hier is het."

4. Maar hij wilde het geld niet aannemen. Toen nam ze 200 zilverstukken en gaf die aan een zilversmid. Hij moest er een godenbeeld van maken. Dat zette ze in het huis van Micha.

Lees verder hoofdstuk Richters 17