Oude Testament

Nieuwe Testament

Richters 17:2 BasisBijbel (BB)

Op een dag zei hij tegen zijn moeder: "Er waren laatst toch 1100 zilverstukken van u gestolen? U heeft toen een vervloeking uitgesproken [ over de dief ]. Maar ik had dat geld van u gepakt." Toen zei zijn moeder: "Ik hoop dat de Heer je ervoor zal zegenen [ dat je me het eerlijk hebt gezegd ]!"

Lees verder hoofdstuk Richters 17

Uitzicht Richters 17:2 in verband